Wet inrichting landelijk gebied
Artikel 28
Het inrichtingsplan voorziet in voorkomend geval in:
a
de toewijzing van eigendom van:
1
wegen of waterlopen met de daartoe behorende kunstwerken;
2
gebieden van belang uit een oogpunt van natuur- en landschapsbehoud en van elementen van landschappelijke, recreatieve, cultuurhistorische, aardkundige of natuurwetenschappelijke waarde;
3
andere voorzieningen van openbaar nut; en
b
de toewijzing en regeling van het beheer en onderhoud van wegen, waterlopen, dijken of kaden met de daartoe behorende kunstwerken.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.